Blog: ‘Mijn’ dolfijn Pinky
Dolfijnen lijken altijd te lachen. Dat is een illusie. Dolfijnen kunnen niet lachen. Het is simpelweg de stand van hun gezicht. Zelfs als ze doodziek of zwaar depressief zijn, ´lachen’ dolfijnen nog.
Dolfijnen zijn uitermate intelligente en sociale dieren. In het wild leven ze in zeer hechte en complexe (familie)groepen. Ze spreken elkaars taal. Ze jagen. Ze ontwikkelen vriendschappen. Ze spelen. Ze surfen op de golven. Met hun sonar verkennen ze hun omgeving. Ze zwemmen wel 50 tot 100 kilometer per dag. En duiken tot wel 200 meter diep.
Dolfijnen in gevangenschap kunnen dit allemaal….. niet.
Pinky, kon dit allemaal…. niet.
Naarmate ik meer over dolfijnen leerde, ging ik mezelf eens afvragen. Wat doen we deze intelligente dieren eigenlijk aan door hen op te sluiten in een betonnen bak? Die voor ons groot mag lijken, maar in geen enkele verhouding staat tot hun natuurlijk leefgebied. Waar ze gedwongen worden in kunstmatig samengestelde groepen te leven, hun sonar niet goed kunnen gebruiken, nooit op levende vis kunnen jagen, nooit lange afstanden kunnen zwemmen, nooit diep kunnen duiken, dode vis te eten krijgen, vaak genoeg volgepropt met medicamenten. Kortom, waar al hun natuurlijke instincten en gedragingen hen worden ontkend.
En waarvoor eigenlijk? Zodat ik met Pinky kan zwemmen voor een leuk kiekje in mijn foto-album?
Ik denk nog vaak terug aan ‘mijn’ dolfijn Pinky en hoe ellendig ze zich achter die ‘glimlach’ moet hebben gevoeld. En misschien wel nog steeds voelt, als Pinky nog mocht leven.
Mensen zeggen wel eens: het is toch ook educatie? Maar, wat leren we precies van gedrogeerde dolfijnen die rondzwemmen in een betonnen bak en op een fluitsignaal uit het water omhoog springen? We leren niets van hoe dolfijnen leven, van hun complexiteit, van hun bijzondere eigenschappen. Geen van die zaken komt tot uiting in een dolfinarium. Het heeft eigenlijk alles met commercie en het verdienen van geld te maken, en helemaal niets met dierenwelzijn en educatie.
Dolfijnen zijn bijzondere en prachtige dieren. Ze verdienen beter.
– Marian